In de Wired deze week een interessant artikel over hoe de opbrengst van een windmolenpark verhoogd kan worden als sommige windmolens juist iets minder presteren. Dit naar aanleiding van een recent in Nature Energy gepubliceerde studie van Michael Howland.
In een eerdere studie uit 2009 was al gebleken dat de luchtstroom of turbulentie van individuele windmolens een negatieve impact van wel 10 tot 20 procent op het totale potentiële vermogen van het windpark kan hebben.
Het onderzoek van Howland richt zich op zelflerende algoritmes die afhankelijk van de windomstandigheden individuele molens sub-optimaal op de windrichting positioneren. Hierdoor hebben ze een kleinere invloed op de molens die achter ze liggen. Uit de studie blijkt dat de totale opbrengst van het windpark hiermee 1 tot 3 procent verbeterd kan worden.
Wereldwijd zou deze techniek daarmee een verbetering van 56TWh op jaarbasis kunnen opleveren. Dat is niet veel vergeleken met de 160.000TWh die we globaal per jaar gebruiken, maar nog altijd meer dan de 40TWh hernieuwbare energie die we jaarlijks in Nederland opwekken.